|
||||||||
|
De Australiër Juzzie Smith is in onze contreien een totaal onbekende, maar daar zal wellicht na Duvelblues verandering in komen. Vooraf aangekondigd als ‘a one man band’ met het vermogen om 5 instrumenten tegelijkertijd te bespelen, zijn de verwachtingen redelijk hoog. Juzzie Smith heeft een unieke stijl, waarbij hij blues en folk vermengd tot een eigen groove en beschikt over een zeer aangename heldere stem. Hij start zijn eerste optreden van de dag met een liefdevolle binnenkomer “A Little Melody” slechts met behulp van een lap-slide gitaar, een mondharmonica en wat voetpercussie. Zijn ritmesectie bestaat verder uit een cajon, waarop hij zit. De man from down under heeft een vriendelijke uitstraling, spreekt langzaam voor zijn Belgisch publiek dat van meet af aan op het puntje van zijn stoel zit en de man met open armen ontvangt. Zijn liedjes klinken niet alleen opgewekt maar zijn ook inhoudelijk zeer positief. “Superheroes” klinkt luchtig met slide gitaar, een streepje mondharmonica en een beat eronder. Smith reist met zijn zoon die hem later in de tweede set zal vervoegen op ukelele. “Rise and Shine” start Smith al fluitend, met wat mondharmonica, een foot stompin’ ritme en meeklappen wordt het heel gezellig. Smith is uitgedost met een harmonica gordel waaruit hij naar believen telkens een ander exemplaar haalt. De cigar box gitaar is een instrument dat perfekt past in zijn idioom. Met gebruik van een ‘zwaardere’ mondharmonica en wat jongleer percussie bestaande uit drie gevulde goochelballetjes maakt hij er een echt zijn eigen showtje van. Aanstekelijk bluesy gitaarspel met een beat eronder, wat mondharmonica en wat jongleer percussie meer heeft Smith niet nodig om de zaal op zijn hand te krijgen. Meezingen kan ook zoals bij “La la”, een simpel deuntje, eigenlijk een kinderliedje dat elkeen in opperste blije stemming brengt en doet uitzien naar zijn tweede optreden. Setlist 1: A Little Melody/ Superheroes / The Future Seed/ Rise and Shine/ Sun-day/ Simple Road/ La la En Juzzie Smith start dit tweede optreden met een instrumental waarvoor hij zijn ingredienten uitkiest: een Cigar box guitar, de linkervoet stompin’ op de cajon, de rechtervoet als percussie van een tamboerijn en steeds een mondharmonica. Smith wisselt geregeld zijn vocale songs af met instrumentals waarin hij meer zijn muzikaal vermogen en showmanship kan demonstreren. “Keys” zit in een stompin’ gitaar driven sound die zich herhaalt in een loop terwijl Smith aanvult met zijn jongleerballetjes gevuld als maracas. Dan speelt Smith een zeer populaire Australische song “Waltzing Matilda” op zijn lap slide gitaar. Het klinkt aanvankelijk desolaat waarna het tempo versnelt tot een leuk deuntje op gitaar. Een teder publieksmoment is er wanneer Smith ‘Happy Birthday’ blaast voor een meisje vooraan dat een spandoek openhield met “La la”. Smith verbaast met nog een kort deuntje dit keer met 2 mondharmonica’s tegelijk waarna zoon Rumi mee op het podium komt. Samen met zijn vader op cigar box en ukelele met wat percussie en balletjes is dit weer een uiterst vermakelijk instrumentaal deuntje. “Love Won’t Run Out”… because it’s free, met veel beat eronder, is werkelijk mooi. Dan is het tijd om alle bandleden voor te stellen met aan… mijn rechterzijde mijn gitaren, aan mijn linkervoet mijn beat, een rock voet om de beat te vervoegen, een tamboerijn met de rechtervoet en als laatste lid de mondharmonica. Hij blaast erop met een ophitsend ritme. Smith’s speelse insteek kent geen grenzen. “Keep Life Simple” wordt zowaar opgeleukt met een beatbox ritme. We gaan eruit op het aanstekelijk ritme van harmonica, gitaar en cajonpercussie voor een heuse trainsong waarvan je niet afwil voor de laatste noot voorbij is, je zit echt op de trein. Dit was een zeer plezierig optreden, de juiste vitaminen voor het koude weer. Setlist 2: Instrumental/Keys/Waltzing Matilda/ Happy Birthday/ two harmonica’s at the same time/ instrumental/ Caloundra (instrumental met zoon Rumi op ukelele)/ Love Won’t Run Out/ bandvoorstelling/ Keep Life Simple/ The Train Song Ik zie al uit naar het volgend optreden in deze zaal van niemand minder dan Hans Theessink. Hans is een grootheid op gebied van akoestische blues. Hij geniet wereldwijd heel wat erkenning en werkte samen met o.a. Taj Mahal, Ry Cooder, Terry Evans, Rufus Thomas, en vele anderen én op zijn laatste cd met de Amerikaan Big Daddy Wilson. Van de humoristische goodtime stompin’ blues van Juzzie Smith naar de ware akoestische delta blues het kan hier in datzelfde kleine zaaltje maar het is een wereld van verschil. Ik zag HT in het verleden meermaals, een laatste keer in 2014 bij Crossroadsradio in Bergen-op-Zoom. Hans komt namelijk om de 2 jaar in april/mei naar Nederland. Ik was wat afgeknapt op Theessink’s neiging om het al te gezellig te maken met om de haverklap een meezinger, oerhollands gezellig zeg maar. In combinatie met iemand als de betreurde Terry Evans geeft hun samenspel op zang en akoestische gitaar echter vonken. Toch ben ik onverwacht blij om Theessink weer te kunnen zien. Hans is intussen van een 60tiger naar een 70tiger opgeschoven, hij is net 74 jaar geworden. Zijn manen zijn nog grijzer geworden en zijn stem is nog dieper met meer korrel maar zijn diepe baritonstem, zijn presence en zijn akoestische fingerpicking spel zijn nog steeds uitermate intact en een lust om naar te luisteren. Het zaaltje zit dan ook afgeladen vol voor deze akoestische bluesgrootheid. Hans start zijn optreden als vanouds met de klassieker “Key To The Highway” van Big Bill Broonzy bij wie het voor hem allemaal begon, zijn eerste contact met de blues nu meer dan 50 jaar geleden. Hans kreeg van zijn eerste platenbaas Bruce Kaplan van het Flying Fish label een gitaar van Big Bill Broonzy die hij nog steeds koestert. Hij was zo onder de indruk dat hij een nummer daarover schreef namelijk “Big Bill’s Guitar”. Hans warme diepe bariton is een genot om naar te luisteren. Zijn spel klinkt verfijnd en to the point, een fingerpicking country blues. “Whishing Well” is het titelnummer van zijn laatste soloplaat uit 2013. Het is een meer ingetogen folk blues nummer met fijn prachtig snaren getokkel. Hans leidt elk nummer kort in en zo krijgen we bij aanvang van “Wayfaring Stranger” het verhaal van zijn ontmoeting met Johnny Cash in wiens voorprogramma hij in 1993 zou aantreden maar vooraf in de kleedkamer van een Duitse sporthal deelachtig was aan een 2 uur durend gospelzingen waarbij Hans moest meezingen. Hans voegt er nog schamper aan toe dat hij dacht dat ze door een christelijke periode gingen. Hoelang duurt het om een lied te schrijven soms twee minuten zoals bij “Take Your Picture”, een country bluesje opgetekend in het bijzijn van een fotograaf. Hans brengt het met heel aanstekelijk fingerpicking getokkel met aan het eind afwisselend een hoge en een zware lage stem. In 2017 reist Theessink met Terry Evans door heel Europa, Evans bleek toevallig afkomstig uit Vicksburg, “Vicksburg Is My Home” is een van Hans’ lievelingsnummers dat hij in 1994 schreef en sindsdien bij bijna elke optreden placht te zingen. Hij nam “Vicksburg”ook op met Evans op hun duoplaten ‘Visions’ in 2008 en ‘True & Blue (Live) in 2015. Hans draagt het nummer op aan Terry. Met een lichte footstomp is dit een masterclass in akoestische fingerpicking blues. “Prison Blues” is een nummer dat hij overhield aan zijn eerste reis naar Mississippi aan het begin van de jaren 70. “Virus Blues” staat op zijn laatste cd die hij opnam samen met Big Daddy Wilson. Het is een nummer dat hij schreef een paar weken later nadat hij in maart 2020 abrupt Denemarken moest verlaten wegens het oprukkende virus. Hans speelt het op zijn andere 12 string gitaar met slide. “Payday” is het titelnummer van het laatste album en een nummer van Mississippi John Hurt dat Hans voorziet van vlot gestrumd country blues arrangement van gitaar en slide. Hij maant ons aan om mee te zingen hetgeen vlot gebeurt. Van Stax soullegende Rufus Thomas brengt Hans het alombekende “Walking The Dog”. Hans leerde de excentrieke Thomas kennen op een festival in Alabama en beschrijft nadrukkelijk de outfit, een korte latex broek waarin Rufus zich kleedde. In Hans’ versie wordt het iets helemaal anders. Hans tovert de mooiste bluesklanken uit zijn gitaar, laat zijn gitaar zinderen en rekt de noten. HT die al meer dan 20 jaar in Wenen (Oostenrijk) woont is geen onbekende voor Meena Cryle en Chris Fillmore, beiden landgenoten die hier eerder op de dag optraden. Meena, Chris en bassist Angus Thomas vervoegen Hans op het podium. Het wordt een slow blues ballad, ik dacht eerst een eigen nummer maar het is de klassieker “Honest I Do” van Jimmy Reed. Hans speelt weer op zijn 6-string gitaar en Chris levert een knappe gitaarsolo. Mooi, heel smaakvol. We blijven met Meena & co voor “Leaving At Daybreak”, een nummer dat ze ook zongen bij Hans’ 70ste verjaardag vastgelegd op de dubbel cd ‘70 Birthday Bash’. Het is een treurlied…”Hold me baby - one last time/ I'm leaving at daybreak - be gone a great long time” zingt Meena zachtjes, terwijl Hans aanvult met fijne slide gitaarklanken, mooi, prachtig. We gaan naar het einde toe. “Mississippi” schreef Hans bij zijn eerste reis naar daar. Het gaat van “down in Mississippi where the blues is born” enz.. meezingen met Hans, een bassolo van Thomas en ondertussen lekker meeklappen op het sjokkend heerlijk ritmisch spel van Hans. Hij noemt nog alle grote namen op gaande van Mississippi Fred McDowell, Big Joe Williams, Skip James, Bukka White, Sonny Boy Williamson, Skip James, Muddy Waters, John Lee Hooker, Elmore James, BB King, Robert Johnson, Sippie Wallace, Bessie Smith tot Memphis Minnie in een lang uitgesponnen nummer Setlist: 1.Key To The Highway (Big Bill Broonzy cover)/ 2.Big Bill’s Guitar (Hard Road Blues, 1994)/ 3.Wishing Well (Wishing Well, 2013)/ 4.The Wayfaring Stranger (Wishing Well, 2013)/ 5.Take Your Picture (Wishing Well, 2013)/ 6.Vicksburg Is My Home (Hard Road Blues, 1994/ Visions, 2008/ True & Blue (Live), 2015)/ 7. Prison Blues (Son House cover)(Hard Road Blues, 1994)/ 8.Virus Blues (Pay Day, 2021)/ 9. Pay Day (Mississippi John Hurt cover) (Pay Day, 2021)/ 10.Walking The Dog (Rufus Thomas cover) (Journey On, 1997)/ 11.Honest I Do (Jimmy Reed cover)/ 12.Leaving At Daybreak (Slow Train, 2007/70 Birthday Bash, 2019)/ 13. Mississippi (Blue Grooves from Vienna, 1998) Guy Davis inmiddels 70 jaar maakt al meer dan 20 jaar regelmatig zijn opwachting in de Lage Landen, hij is een graag geziene gast op de akoestische bluespodia. Dat komt zo denk ik door zijn warme donkere stem en zijn positieve uitstraling naast zijn authentiek bluestalent. Davis afkomstig uit New York City werd geboren uit een acteurs koppel maar kreeg zijn belangstelling voor de blues via verhalen van zijn grootouders in het rurale zuiden van de VS. Met de Italiaanse mondharmonica-virtuoos Fabrizio Poggi brengt hij in 2013 Juba Dance uit, een album dat hem een nominatie voor ‘beste akoestische artiest’ en ‘beste akoestisch album’ voor de 35ste Blues Music Awards in de VS oplevert. Door zijn vele optredens overal ter wereld kan Davis gerust dé Internationale Ambassadeur van de akoestische blues worden genoemd. Met 15 studio albums waarvan de laatste twee ‘Sonny & Brownie's Last Train’ (2017) en ‘Be Ready When I Call You’ (2021) werden onderscheiden met een Grammy nominatie wordt hij daar ook internationaal voor erkend en gewaardeerd. Op het podium is Guy Davis de bescheidenheid zelve, zijn interpretatie van de blues, zijn frasering en gitaarspel voelen volkomen naturel aan. Davis opent zijn set met “That’s No Way to Get Along” een cover van Reverend Robert Wilkins dat op het bekroonde Juba Dance terechtkomt. Met zijn aparte donkere ronde bluesstem waarbij hij de woorden rekt en country blues 12-snarige slide gitaarspel heeft hij onmiddellijk ieder’s aandacht. Bij de trage blues “Watch over Me” komt mondharmonica virtuoos Paul de Laat erbij, Davis’ woorden “I need somebody to watch over me” laten niemand onberoerd. “Limetown” is een herwerking van een oude Sleepy John Estes song waarbij Davis een en ander heeft ‘geleend’ van andere nummers zoals de "Rollin' And Tumblin'" riff. Davis noemt stealing in (blues)music an American way of doing. Het gaat uptempo met veel herhalende zinnen en applaus voor Paul’s bijdrage. “Got Your Letter In My Pocket” uit Davis laatste album (Be Ready When I Call You, 2021) is het aangrijpend verhaal van een overspelige vrouw die een kind verwacht van haar minnaar die nadien wordt geconfrontreerd met haar echtgenoot. “I didn’t know the child was mine”. Folkblues met een lichte footstomp, mooi. “Maggie Campbell Blues” van Tommy Johnson kent Davis van bluesbrother Eric Bibb. Het wordt een akoestische slide blues op 12 string gitaar en Paul op mondharmonica. Beiden voelen elkaar moeiteloos aan. Davis heeft een onmetelijke bewondering voor Bob Dylan. Hij noemt hem zelfs “The best negro composer we ever had”. Davis brengt het alombekende “Just Like A Woman” in een trage gevoelige versie met een streepje mondharmonica waarbij elk woord binnenkomt. Het publiek mag zachtjes meezingen. Zijn donkerbruine stem heeft met de leeftijd nog aan impact gewonnen. “Kisses Sweeter Than Wine” (The Weavers cover) is gekend als een oude folksong van The Weavers met o.a. Pete Seeger maar is geschreven door Leadbelly. Het was en is nog altijd een meezinger die voor verbinding zorgt. Meezingen is ook de boodschap bij “Long Gone Riley Brown” waarbij Davis al staande de zangstonde leidt in een ritmisch mondharmonicaspel. Een andere held die hij gelijk de paus van de blues noemt is Muddy Waters waarvan hij 2 songs samenbrengt. Het uptempo aan “Rollin’ Stone” gelinkte “Catfish Blues” en “My Eyes (Keep Me In Trouble)” een andere vrij vrouwonvriendelijke Muddy Waters song. “I Love Pretty Woman/ I Want Every Woman I See/ My eyes keep me in trouble”. Een heel ander meer gevoelig moment komt er bij Davis’ interpretatie van het gekende Bob Dylan lied “Lay Lady Lay”. Davis zingt het ingetogen met fluisterstem maar elk woord is verstaanbaar, prachtig. Ook bij “Early In The Morning” dat hij schreef tijdens covid is de ontroering nabij, spiritueel van opzet, bijna een hymne zingt het publiek zachtjes mee. Davis ontvangt een daverend applaus en besluit met een langzame blues “61 Highway” (Roosevelt Sykes cover) dat door Davis werd omgedoopt als “The Loneliest Road I Know”. Paul de Laat mag een laatste keer zijn kunsten vertonen. Dit was een fijn optreden van een groot artiest. Setlist: That’s No Way to Get Along (Reverend Robert Wilkins cover) (Juba Dance, 2013) / Watch over Me (Stomp Down Rider, 1995/ Give in Kind, 2002) / Limetown (Sleepy John Estes cover) (Chocolate To The Bone, 2003) / Got Your Letter In My Pocket (Be Ready When I Call You, 2021) / 5. Maggie Campbell Blues (Tommy Johnson cover) (Skunkmello, 2006) / Just Like A Woman (Bob Dylan cover) / Kisses Sweeter Than Wine (The Weavers cover) / Long Gone Riley Brown / Catfish Blues (Robert Petway, 1941/ Muddy Waters cover) / My Eyes (Keep Me In Trouble) (Muddy Waters cover) (Juba Dance, 2013) / Lay Lady Lay (Bob Dylan cover) (Kokomo Kidd, 2015) / Early In The Morning / 61 Highway (Roosevelt Sykes cover/ Guy Davis als “ The Loneliest Road I Know” ( Give in Kind, 2002)
Marc Buggenhoudt Foto © Walter Wouters en Michel Verlinden
|